Uit de kennelijk schier onuitputtelijke schuur waaruit het Duitse CPL-label kan kiezen, werd deze keer een heel bijzonder project gehaald van de Letten van Aulí. Die leerden we hier een paar jaar geleden kennen vanwege het album dat ze maakten met de meiden van Tautumeitas. Deze keer, voor hun zesde plaat, gingen de drummers en doedelzakspelers van Aulí -ze zijn intussen bijna 20 jaar actief- in zee met een aantal muzikanten van elders, die ze in de loop van de jaren links of rechts ontmoetten. Bedoeling was een plaat op te nemen en tegelijk een nieuwe liveshow op te zetten, waarin de aandacht helemaal opging aan de “muziek van de voorouders”. Voorwaarde was wel, dat het om mannelijke stemmen zou gaan en zo kwamen de Letten terecht bij Batzorig Vaanchig uit Mongolië. Hij groeide op het platteland op en kwam dus als vanzelf in de Mongoolse keelzang terecht en leerde al even vanzelfsprekend de morin khuur bespelen. Die morin khuur is een afgeleide van de luit, die zodanig gebouwd is, dat je ze makkelijk kunt bespelen terwijl je paardrijdt.

Tweede zanger, die uitgenodigd werd, is de Noor Kai Somby, een man met een heel zwaar rockverleden, die zich in de loop der jaren ook de “joik”-zangstijl van de Sami eigen maakte en die in die mate in zijn rock integreerde, dat hij zelf tegenwoordig van “heavyjoik” spreekt. Uit Oostenrijk werd zanger / jodelaar / multi-instrumentalist Albin Paulus gerecruteerd, een man die het Alpijnse jodelen letterlijk nieuw leven heeft ingeblazen via zijn werk met zijn band Hotel Palindrome. Uit het eigen Letland tenslotte, werd gekozen voor de stem en de zang van Edgars Lipors, één van de zeldzame gezaghebbende mannenstemmen in een folkdiscipline, die van oudsher door vrouwen gedomineerd wordt. Dat ze uitgerekend hem uitkozen hoeft niet te verbazen: Lipors is de bezieler van het folkgezelschap Vilki, dat zowal iedereen in Letland beïnvloed heeft, met inbegrip van meerdere leden van Auli, die ooit bij hem workshops volgden.

De dans ging de gastzangers in hun thuisbasis opzoeken om de muziekvan de gasten van binnenuit te leren kennen en toen de kennismaking ver genoeg gevorderd was, begonnen de repetities voor het live-spektakel en wat later volgden de opnamen, die al van anderhalf jaar geleden dateren, maar nu pas, via CPL tot bij ons geraken. Centraal staan de tien muzikanten van Auli, die backingband spelen voor afwisselend de vier gasten samen -zo wordt de plaat geopend en afgesloten- of voor één of meerdere van de gasten. Zo krijg je Kai Somby, Albin Paulus en Batzorig Vaanchich elk drie keer apart te horen, en dat levert naar mijn gevoel ongemeen boeiende resultaten op. U moet maar eens luisteren naar “Maijodler”, waarin Albin Paulus, slechts gewapend met zijn jodelstem en een mondharp, naar een bijna techno klinkend resultaat gestuwd wordt, terwijl “Eallin” van Kai Somby in een Keltisch bad gegooid wordt, maar er perfect in overeind blijft. Boeiend van A tot Z, gevarieerd van hardrock tot techno en trance, maar wel op en top folk. Dit nodigt uit om live gezien te worden, maar tot het zover is, is deze heerlijke CD een fijn alternatief!

(Dani Heyvaert)